Cultuurhistorische waarden van het Leudal

 

 

 

 

 

Het grafveld Busjop ligt in het natuurgebied het Leudal, gemeente Leudal, Midden Limburg. De dodenakker uit de prehistorie is een van de parels van de vele cultuurhistorische overblijfselen in het gebied. Zowel natuurlijke invloeden in een ver verleden,als eeuwenlang gebruik door de mens, hebben de vorming en het huidige karakter van het Leudal bepaald.

 

 

Cultuurhistorische waarden van het natuurgebied Leudal

 

Water en wind

 

Het landschap van natuurreservaat het Leudal is gevormd door water en wind. Voorlopers van de huidige Maas hebben hier meanders gevormd en geulen uitgesleten. Delen van dit oer-maaslandschap zijn tijdens de laatste ijstijd door de wind weer afgedekt met zandpakketten. In dit dekzandlandschap hebben de Tungelroysche beek, lokaal Leubeek geheten, en de Zelsterbeek zich diep ingesleten.

 

Jagers en boeren

 

De variatie in het landschap van droge hoogten en lage vochtige terreinen met visrijke beken, was heel aantrekkelijk voor de mens om zich te vestigen. Het gebied bood in de Steentijd volop mogelijkheden voor jacht, visvangst en het verzamelen van noten en vruchten. De latere boerensamenlevingen kapten de bossen, legden akkers aan en begroeven hun doden op hoge plekken die van ver zichtbaar waren. De sporen van deze jagers en vroege boeren zijn meestal aan het oog onttrokken, maar liggen niet diep onder het bodemoppervlak.

 

 

 

                          

 

 

Wegennet en bebouwing

 

In de late middeleeuwen drukten de bewoners een steeds grotere stempel op het landschap. Boerenhofstedes, molens, kapellen, kerken en kloosters verrezen, verbonden door een netwerk van paden die vaak al heel oud waren. Deze zichtbare historische elementen vormen samen met de niet zichtbare archeologische vindplaatsen, de cultuurhistorische waarden van het Leudal. Het is een bijzonder landschap, rijk aan historie.

 

 

 

 

                                                                                                                                                       holle wegen

 

 

Cultuurhistorische sterlocaties

 

Begin deze eeuw heeft Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten een inventariserende studie gedaan naar de cultuurhistorische aspecten van het natuurgebied Leudal. Daaruit is de benoeming voortgekomen van zes cultuurhistorische sterlocaties. Een overzicht met uitgebreidere beschrijving wordt gegeven op de

website Sterlocaties.

 

 

  Grafveld bij de Bu(d)sjop

 

Bij de Busschopweg ligt een grafveld uit de late prehistorie (Late Bronstijd, Vroege IJzertijd). Op deze website wordt het grafveld beschreven.

 

  Graoveberg

 

De Graoveberg of Gravenberg is een hoge bult in het landschap bij een doorwaadbare plaats in de Zelsterbeek. Er is weinig van bekend maar de berg is prominent aanwezig in volksverhalen. Mogelijk is de berg een motte, een middeleeuwse ‘kasteelberg’. In de omgeving zijn grote hoeveelheden stenen werktuigen uit de late Oude Steentijd gevonden.

 

   Zelsterbrug

 

Bij deze brug over de beek komt een aantal holle wegen samen. De holle wegen zijn uitgesleten door eeuwenlang gebruik. De brug ligt over de doorwaadbare plaats van weleer.

 

  Kloostercomplex St. Elisabethsdal

 

Het klooster St. Elisabethsdal werd in de 13e eeuw gesticht. Van de kapel resteert nog een toren en een poort. Het pesthuis stamt uit de 17e eeuw, het werd gebouwd om zieke kloosterlingen af te kunnen zonderen. Het klooster bezat ondermeer de dichtbijgelegen boerderij, ‘de Kloosterhof’, en de watermolen, ‘de Elisabethsmolen’. Bij de Kloosterhof is nog een bakhuisje te vinden, het restant van de watermolen ligt bij de later gebouwde Elisabethshof.

 

  Leumolen

 

Deze door water aangedreven machine uit de Middeleeuwen was een belangrijk werktuig voor de hele agrarische gemeenschap. Graan werd er tot meel vermalen, uit oliehoudende zaden werd de olie geslagen. Bij de molen zijn de resten van een hoogstamfruitboomgaard te vinden, in een dergelijke boomgaard zijn de volgroeide bomen tenminste vier meter hoog. De historie van de molen is beschreven op de website www.leumolen.nl

 

  Landgoed de Bedelaar

 

Professor Eugène Dubois vormde aan het begin van de 20e eeuw een open heidelandschap om tot een dicht bos. Hij bouwde op zijn landgoed een vleermuistoren en een unieke vleermuis/uilentoren.

 

 

 

 

                                                                                                                          natuurgebied het Leudal met de Sterlocaties

 

 

 

 

  

 

                             watermolen de Leumolen

 

 

 


 

Bronnen

 

Ph. Bossenbroek, E. Rensink & M. Montforts, 2005.

Erfgoedstrategie voor het Leudal.

Staatsbosbeheer en Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten

 

 

Ph. Bossenbroek, E. Rensink & M. Montforts, 2008.

Beken in het Leudal.

In Archeologie en beekdalen. Schatkamers van het verleden. p 40-57. Utrecht 2008

 

 

 


 

 

         

          Home